U hoeft het vermogen in box 3 niet per se toe te wijzen aan een van de fiscale partners. Soms kan verdelen hiervan in totaal voordeliger uitpakken.
Box 3-vermogen. Heeft u een fiscale partner en is uw gezamenlijke vermogen meer dan € 125.000,-, dan kunt u vanaf 2017 belasting besparen door het vermogen te verdelen over u en uw fiscale partner. Vanaf 1 januari 2017 wordt de belasting die u betaalt over het vermogen in box 3 immers berekend met een progressief tarief. U betaalt belasting over de waarde van de grondslag sparen en beleggen. Dit is de waarde van uw bezittingen minus uw schulden op 1 januari 2017, minus het heffingsvrij vermogen. Zie hieronder twee rekenvoorbeelden.
U en uw fiscale partner hebben € 175.000,- aan bezittingen. Er zijn geen schulden. U geeft de hele grondslag op. Uw fiscale partner geeft niets op.
Bezittingen per 1 januari 2017 | € 175.000,- |
Minus heffingsvrij vermogen (2017) | € 50.000,- |
Totaal | € 125.000,- |
Schijf 1: 0,861% van € 75.000,- | € 646,- |
Schijf 2: 1,380% van € 50.000,- | € 690,- |
Verschuldigde belasting over voordeel in box 3 bedraagt: | € 1.336,- |
U geeft ieder de helft op, u bent nu ieder verschuldigd:
Bezittingen | € 87.500,- |
Minus heffingsvrij vermogen | € 25.000,- |
Totaal | € 62.500,- |
Schijf 1: 0,861% van € 62.500,- | € 538,- |
Verschuldigde belasting p.p. over voordeel in box 3 bedraagt: | € 538,- |
Maximaal voordeel. Gebruik de tariefvoordelen van de lagere vermogensschijf maximaal. Elke verdeling mag, als het totaal maar 100% is. Tip. Door wat te schuiven met het box 3-vermogen ziet u zelf wat dat betekent voor de heffingskortingen en het te betalen belastingbedrag.